Budget sociale zekerheid 2008
oproep aan de toekomstige regering
Het ABVV vraagt, samen met alle andere sociale partners, aan de onderhandelaars van de toekomstige regering om de parameters en de procedure voor de aanpassing van de sociale uitkeringen aan de welvaart te behouden, zoals ze in de wet is opgenomen. Dat is het standpunt dat de sociale partners op 5 oktober 2007 in het Beheerscomité van de sociale zekerheid unaniem hebben ingenomen. Volgens de wet moeten de sociale partners om de twee jaar advies uitbrengen over de besteding van de enveloppe voor de welvaartsvastheid (1% voor de sociale uitkeringen en 2% voor de minima). In september 2006 hadden de sociale partners immers een unaniem advies uitgebracht over de welvaartsvastheid voor de jaren 2007-2008. Zij wensen dat die tweejaarlijkse periode behouden blijft. In afwachting van een beslissing van de nieuwe regering hebben de sociale partners de actoren uit de gezondheidszorg gevraagd niet meer uit te geven dan wat de Vergrijzingscommissie voorziet voor 2008. Het ABVV is tevreden met dit unanieme standpunt dat de krachtlijnen voor de toekomst uitzet en tegelijkertijd alle kansen biedt voor de continuïteit en de stabiliteit van de sociale zekerheid. Het ABVV wijst erop dat in de toekomst kwaliteitsvolle en toegankelijke gezondheidszorgen nodig blijven voor de zieken. Als bijlage vindt u de tekst met het unanieme standpunt van de sociale partners.
Brussel, 5 oktober ’07
ABVV ACV ACLVB VBO UNIZO UCM
UNANIEM STANDPUNT VAN DE SOCIALE PARTNERS BUDGET SOCIALE ZEKERHEID
De sociale partners adviseren dat de uitgaven voor gezondheidszorg voor 2008 zich baseren op de parameters van de Vergrijzingcommissie. In de wet staat nog steeds dat de uitgaven gezondheidszorg elk jaar mogen stijgen met 4,5% + inflatie. Dit zou betekenen dat de partners in de gezondheidssector volgende jaar 680 miljoen euro zouden mogen besteden aan nieuwe initiatieven. De regering zou een gelijkaardig bedrag extra aan bijkomende middelen moeten zoeken. In afwezigheid van een regering zal de Algemene Raad van het RIZIV het budget voor de gezondheidsuitgaven van 2008 moeten vastleggen. In deze Algemene Raad hebben de volgende mensen stemrecht: 10 sociale partners, 5 vertegenwoordigers van de mutualiteiten, de voorzitter, en 5 leden die normaal gezien de regering zouden moeten vertegenwoordigen. De sociale partners wensen dat de partners in de gezondheidssector, in afwachting van een beslissing door een nieuwe regering, in 2008, niet meer uitgaven voorzien dan wat de Vergrijzingcommissie voorziet als haalbare groeinorm, met name 2,8%. Dit betekent 340 miljoen euro voor nieuwe initiatieven. De sociale partners vragen ook aan de regeringsonderhandelaars om de parameters en de procedure voor de welvaartsaanpassing van de sociale uitkeringen te behouden. Deze zijn vastgelegd in de wet ter uitvoering van het Generatiepact. Ook deze zijn gebaseerd op de parameters die de Vergrijzingcommissie voorop stelde. Hierdoor moeten de sociale partners tweejaarlijks advies geven over de aanwending van een enveloppe voor welvaartsvastheid ter grootte van 1% van de sociale uitkeringen en 2% voor de minima. De sociale partners hebben aldus reeds een unaniem advies gegeven in september 2006 voor de welvaartsvastheid in 2007-2008, en wensen deze tweejaarlijkse procedure te handhaven. De sociale partners willen met dit advies continuïteit en stabiliteit in de sociale uitgaven bewerkstelligen, zodat:
- er een evenwicht blijft tussen de sociaal noodzakelijke uitgaven in de verschillende sectoren in de sociale zekerheid;
- er geen afbreuk gedaan wordt aan de noodzakelijke initiatieven om de concurrentiekracht van de economie en de tewerkstelling te ondersteunen;
- en de kosten van de Vergrijzing in de toekomst ook zullen gedragen worden. Daarom wensen zij ook dat een toekomstige regering zich ook houdt aan het voorziene tijdspad voor de afbouw van de schuld, zoals voorzien in het Stabiliteitspact.